Soorten behandeling

De leefsituaties waar kinderen met een hechtingsstoornis in opgroeien kunnen sterk van elkaar verschillen. Hieronder staat drie behandelingen beschreven. De eeste behandeling is gericht op het gezin. De tweede behandeling is gericht op het kind en de derde behandeling is specifiek gericht op de ouder-kindrelatie.
 

Behandeling gericht op het gezin

Deze behandeling is gericht op het verbeteren van de sensitiviteit van de ouders, het verwerken van hun eigen pijn, het verbeteren van hun probleemoplossingsvaardigheden en de hulp bij allerlei praktische problemen. De ouders/verzorgers wordt geleerd da het negatieve gedrag zoals bijvoorbeeld de manipulatie en de uitbuiting een overlevingsmechanisme is. Daardoor is de gezonde ontwikkeling van het leren beheersen van emoties, durven vertrouwen en kunnen genieten bij hun kind gestagneerd. Hiervoor behoeven zowel het kind als de ouders hulp. De ouders moeten leren de emotionele druk van hun kind te weerstaan, van hun kind te blijven houden en ondanks alle gedoe steeds hun kind 'achter het gedrag' te blijven zien.
 

Behandeling gericht op het kind

Bij deze behandeling staan met name het vergroten van het gevoel van eigenwaarde, zijn probleemoplossingsvaardigheden en het verbeteren van het zicht op zichzelf en anderen centraal. Door bijvoorbeeld spel-, muziek-, groeps- of (cognitieve)gedragstherapie leren de kinderen beter nadenken over zichzelf, hun motieven, emoties en gedrag en het effect daarvan op anderen (reflectieve functie). Bij veilig gehechte kinderen is deze reflectieve functie goed ontwikkeld. Op die manier wordt het kind geholpen met zijn gevoels-/stress-/gedragsregulatie. Emoties leer je namelijk beheersen en hanteren door ze te benoemen en te stucturenen. Stressregulatie is cruciaal, omdat de zich ontwikkelende hersenen zeer kwetsbaar zijn voor grote stress, zoals door mishandeling en verwaarlozing. Omdat deze kinderen moeilijk vanuit ervaring leren, moeten ze een handeling eindeloos herhalen voor die verinnerlijkt is.
Thoomes (2006) beschrijft een behandeling voor de vermijdend gehechte kindren de differentiatietherapie. Deze therapie leert hen beter onderscheid te maken tussen belangrijke en minder belangrijke mensen, wat ee voorwaarde is om je veilig te hechten. Daarnaast beschrijft ze de fasetherapie voor de ambivalent gehecte kinderen. In deze therapie leren deze kinderen nabijheid te verdragen, zodat ze uiteindelijk leren intieme relaties aan te gaan. Een voorwaarde hierbij is begrenzing. Een actieve samenwerking met de ouders/verzorgers is bij alle vormen van individuele therapie van groot belang. 
 

Behandeling gericht op de ouder-kindrelatie

Deze behandeling richt zich met name op het verbeteren van de communicatie. Ouders leren beter af te stemmen op de behoeften van de kinderen, empatisch te zijn door spiegelend te luisteren, het gevoel van het kind te verwoorden, kalm te blijven, het kind uit te nodigen om samen op zoek te gaan naar oplossingen en beter consequenter grenzen te stellen door kinderen zakelijk en neutraal de gevolgen van hun daden te laten ervaren. Daarnaast is het geven van positieve aandcht van groot belang op zowel lichamelijke als emotionele vlak.
 
Nog altijd bestaat er geen consensus binnen de literatuur over de kenmerken en de aangewezen behandeling of begeleiding. Het is vang groot belang dat het gedrag van kinderen met een hechtingsstoornis op de juiste wijze wordt geïnterpreteerd, namelijk dat het kind in de eerste jaren heeft geleerd om elk contact af te wijzen. Het is overlevingsgedrag dat men zich niet persoonlijk moet aantrekken.