Valkuilen

Smis (1997) waarschuwt ouders/verzorgers en leerkrachten nadrukkelijk voor de vele valkuilen bij de begeleiding van kinderen met (zeer ernstig) problematisch hechtingsgedrag. De belangrijkste valkuilen zijn:
  • Van voor af aan beginnen; Omdat de kinderen met een hechtingsstoornis zoveel hebben gemist, willen opvoeders graag teruggaan naar de eerste affectieve gemiservaringen. Ze benaderen het kind als een babiu en proberen de hechting weer op te bouwen. Op die manier staan ze ook regressief gedrag toe. Doordat de kinderen hebben geleerd om zich af te zetten tegen elke band, werkt deze benadering niet.
     
  • Proberen het gemis op te vullen; Het kind overladen met aandacht, knuffelen, het voor ze opnemen en tollerant zijn is misschien een benadering vanuit je eigen intuitie. Toch kan deze aandacht verdwijnen in een bodemloze put van onverzadigbare affecthonger.
     
  • Partijdigheid; Vanuit bewogenheid gaan ze partij kiezen voor het kind en worden zo meegezogen in vijandig verzeg tegen oudres/thuis. Vooral leerkrachten kunnen zich gemakkelijk laten verleiden mee te gaan in de negatieve verhalen over de thuissituatie of ouders/verzorgers van het kind. Met deze partijdigheid verzwaren ze echter in feite de verwerkingsbeweging.
     
  • Aanpakken van symptoomgedragingen; Alle pedagogische 'trucjes' van belonen, negeren en straffen, werken niet voor uitdagend en normoverschrijdend gedrag. Wie negeren toepast, zal ooit zijn geduld verliezen, omdat het kind des te opvallender en dwingender aandacht gaat zoeken. Straf versterkt de machtsstrijd: het kind ziet het als een verwerping en gaat nog sterker door.